In Uruzgan hebben bewoners van de provinciehoofdstad Tarin Kowt dit weekend 8.000 kippen van Nederland gekregen. Het gaat om jonge legkippen die zijn verdeeld onder vijfhonderd van de armste gezinnen, waaronder veel weduwen met jonge kinderen.
Dat heeft het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken dinsdag gemeld. “Het zijn met name deze gezinnen die het erg moeilijk hebben bij de opbouw van een nieuw bestaan na de val van de Taliban,” aldus een woordvoerder van het ministerie.
De veertien kippen en twee hanen die elk gezin heeft ontvangen moeten eieren opleveren die op de markt verkocht kunnen worden.
De mest die de beestjes produceren kan weer gebruikt worden bij het telen van de groentes die zij, eveneens met behulp van dit ontwikkelingsprogramma, op de binnenplaatsjes van hun qala’s telen.
Het kippenproject is onderdeel van een groter programma dat met Nederlands ontwikkelingssamenwerkingsgeld wordt uitgevoerd door het Nederlandse bedrijf GSE in samenwerking met een aantal Afghaanse hulporganisaties.
Andere projecten die deel uitmaken van dat programma zijn gericht op de teelt van saffraan, fruit en groente als alternatief voor het verbouwen van papaver waar opium van gemaakt kan worden.
Wanneer volgend jaar blijkt dat deze aanpak tot succes leidt, kan het project volgens Buitenlandse Zaken eventueel uitgebreid worden naar diverse andere regio’s in Uruzgan
dinsdag 17 juni 2008
8.000 kippen voor weduwen en wezen van Uruzgan
Labels:
fruit,
groente,
GSE,
ontwikkeling,
saffraan,
tarin kowt,
wederopbouw